Menu

Experts over... open access

Moeten chemici alles open access gaan publiceren?

Steeds meer universiteiten en beleidsmakers sturen erop aan dat alle wetenschappelijke publicaties open access worden gepubliceerd. Ook instellingen zoals NWO en de KNAW promoten open access in Nederland. Zijn chemici ook zo enthousiast over open access of staan ze er wat sceptischer tegenover?

Moniek TrompUniversitair hoofddocent karakterisatie van duurzame materialen - Universiteit van Amsterdam

“De vraag is of je alleen publicaties openbaar wilt maken of dat je ook al je data vrij gaat geven. Daar sturen ze in Duitsland en Engeland wel op aan. Dat lijkt me wel moeilijk omdat andere mensen dan eerder kunnen publiceren met jouw data. Op zich vind ik het een goed streven om alles openbaar te maken, want dan kan iedereen overal bij. We komen als wetenschappers het verst als iedereen alles deelt. Er moet wel een hele cultuuromslag plaatsvinden voor het zover is, want wetenschappers worden ondertussen wel afgerekend op het aantal publicaties.

Bovendien gaat er ook meer geld mee gemoeid. Als onderzoekers een artikel publiceren denken we natuurlijk niet aan het geld, je wilt vooral dat je onderzoek in een hoog aangeschreven tijdschrift komt te staan. Dat daar uiteindelijk een prijskaartje aan hangt hoort erbij. Wetenschappelijk gezien zou je misschien niet willen dat geld een rol in speelt in het openbaar maken van je data en resultaten, want het moet om de kwaliteit gaan. Maar die tijdschriften moeten nou eenmaal ook hun personeel betalen.”

Rob KirschbaumOpen innovatie-consultant - Sakuragi Consult

“Voor grote bedrijven zoals DSM was open innovatie soms een gevoelig onderwerp. Als je wereldleider bent op het gebied van een bepaalde stof wil je je geheimen eigenlijk niet prijsgeven zonder dat je er iets voor terug krijgt. Maar langzamerhand komen ook bedrijven tot de conclusie dat je veel verder komt als je je data deelt. Vooral voor gebieden die buiten je core business liggen.

In eerste instantie richten bedrijven zich vooral op het delen van informatie met andere bedrijven en publieke instellingen zoals universiteiten. Dit is al lastig genoeg, want je moet goed kijken hoe het zit met patenten en eigendom van de data. Er zijn inmiddels goede constructies gemaakt waarbij bedrijven aan kunnen geven hoe ze hun eigen voorkennis en de ontwikkelde kennis willen gebruiken. Zo kun je bijvoorbeeld een licentie afgeven zodat de andere partij jouw oude data mag gebruiken voor het project maar daarna niet meer. Ook spreek je af wie een eventueel patent aanvraagt en hoe je de licenties regelt. Dit delen van kennis wordt onder bedrijven steeds normaler, maar het delen van de data met het grote publiek moet nog komen.”

Jeroen Cornelissenhoogleraar biomoleculaire nanotechnologie - Universiteit Twente

“Volgens mij zijn alle wetenschappers het wel met mij eens dat publiek gefinancierd onderzoek ook beschikbaar moet zijn voor het publiek. Onze huidige infrastructuur kost geld dus kunnen we er allemaal mee leven dat je lidmaatschap geld kost. Je wilt ten slotte ook dat de kwaliteit gewaarborgd blijft. Maar nu willen veel mensen naar een open access structuur en dan zeggen de uitgeverijen: Prima, maar dan moet je wel meer betalen. De lachende derde is de industrie. In Nederland hebben we een redelijke middelgrote industrie die hun gewoon contributie voor tijdschriften betalen, maar nu wachten ze steeds vaker gewoon af. Vaak worden de artikelen binnen een paar weken openbaar, dus dan lopen uitgeverijen nog meer inkomsten mis.

Een oplossing kan zijn om regelingen te treffen met de uitgeverijen, zodat Nederlandse onderzoekers bij die uitgeverij gratis open access kunnen publiceren. Dat bijvoorbeeld de KNAW of de VNCI een deal maakt en een pakketprijs betaalt voor alle Nederlandse Universiteiten. Dat verlaagt de drempel enorm.”

Wolfram KochDirecteur - Gesellschaft Deutscher Chemiker

"We moeten er vooral voor zorgen dat we in een wereld met Open Access geen nieuwe barrières gaan opwerpen die de wetenschap in de weg gaan zitten. We hebben het vaak over groene, zilveren en gouden open access, met verschillende prijskaartjes en variërende mogelijkheden. Maar volgens mij geven al deze opties nieuwe problemen of zijn ze niet haalbaar op de lange termijn. Neem bijvoorbeeld gouden open access. In dit systeem gaan de wetenschappers alles betalen door meer geld neer te leggen als ze willen publiceren. Op deze manier garandeer je niet dat de beste artikelen de selectie doorkomen, maar alleen artikelen van mensen of instellingen met het meeste geld. Volgens mij moeten we artikelen alleen beoordelen op kwaliteit en relevantie, hier moet geld geen rol in gaan spelen.

Uitgeverijen verliezen bovendien ongeveer een derde van hun inkomsten omdat de industrie geen abonnementen meer nodig heeft. Dan subsidieert de belastingbetaler dus eigenlijk de industrie, en dat terwijl ze daar voldoende geld hebben om te betalen voor hun kennis. Het is allemaal nog niet goed uitgedacht. Ik vind open access een goed idee, maar zolang we nog geen goede oplossing weten voor de problemen zal het niet overal worden geaccepteerd.”

Koop LammertsmaEmiritus hoogleraar organische chemie - Vrije Universiteit Amsterdam

“Open access is wat NWO en alle universiteiten willen. Dat vind ik een goede zaak omdat publiek geld (bijna) al het academisch onderzoek, NWO en universiteiten financieren. Het lastige voor onderzoekers zijn echter de kosten die bovenop lopend onderzoek komen. Een open access wetenschappelijke publicatie kost gauw tegen de 2000 euro en soms veel meer. Als een academische groep een tiental publicaties per jaar genereert, kost dit al snel 20.000 euro, of per promovendus met 1 publicatie per jaar zo’n 8.000 euro. We weten nog niet waar dit geld precies vandaan moet komen.

In de huidige transitie van abonnementen op wetenschappelijke tijdschriften naar open access tijdschriften komen onderzoekers vaak in een tweespalt omtrent de kosten. Na de transitie gaat het publiceren gewoon meer kosten. Maar gelukkig zijn universiteiten en uitgevers zich dit bewust en werken ze naar oplossingen.”